VOORSTANDERS

Naast de vele tegenstanders van vibrato zijn er uiteraard ook voorstanders te vinden. Anders zou het niet zo uitgebreid hebben toegeslagen in de muziek en zou het niet zo'n controversieel onderwerp zijn geworden. 

We moeten uiteraard hun motieven grondig onderzoeken en tegen het licht van de rede houden om meer greep te krijgen op dit merkwaardige fenomeen. 

 

Een van de voorstanders die zich over de argumenten gebogen heeft is de Engelse muziekrecensent/muziekcriticus David Hurwitz, die boeken heeft geschreven over het luisteren naar verschillende soorten muziek.

 

Hurwitz heeft onderzoek gepubliceerd over het controversiële onderwerp vibrato in de 19e-eeuwse muzikale uitvoering. Hurwitz probeert met bewijzen aan te komen uit bronnen die de argumenten van bijv. dirigent Sir Roger Norrington, en anderen bestrijden dat spelers in een orkest altijd een basistoon hebben gespeeld. Hurwitz stelt daar tegenover dat continu vibrato al gewoon was.

We moeten bedenken dat Hurwitz het hier speciaal heeft over het orkestvibrato van de strijkers. Dus niet over het vibrato in het algemeen of van de zangers. 

 Eigenlijk keert Hurwitz zich tegen de zogeheten HIP (historically informed performance practice), de mensen die pleiten voor een zo historiegetrouw mogelijke uitvoering van de muziek uit het verleden. Maar natuurlijk zijn er nog veel meer argumenten om het continue vibrato niet toe te passen.

 

En misschien moeten we niet eens muziek willen uitvoeren 'zoals de componist het bedoeld heeft'...

Als twee groepen uitvoerenden of orkesten een stuk uitvoeren zijn er altijd verschillen te horen. Hooguit als de desbetreffende componist nog in leven is kan hij eventueel zelf het stuk dirigeren en de uitvoering naar zijn hand zetten. 

Er is een groot verschil tussen de composities uit de zestiende en zeventiende eeuw en die vanaf de 18e eeuw en later. Aanvankelijk is muziek kerkelijk en individueel functioneel (muziek voor notabelen) daarna vooral geschreven om het publiek te behagen. Composities bevatten minimale aanwijzingen voor de uitvoering. De spelers werden geachte deze te kennen en automatisch toe te passen. 

Hurwitz richt zich vooral op de composities waarbij de componist nauwkeurig voorschrijft hoe het stuk uit te voeren. 

Of het publiek behaagd wordt is dan geen norm meer (zie de rode tekst in de kolom rechts). 

 

"Voices all have a basic level of vibrato, but composers often ask for it anyway. So if the writing for voices and instruments in these cases is essentially identical, then it’s perfectly reasonable to assume that instruments, in their most basic function as stylized voices, have an intrinsic vibrato too." (in "Classics today - Vibrato p 24)

 

Hurwitz moet het uiteindelijk ook hebben van aannames.